Een van de belangrijkste symbolen voor het beroep is de witte jas. Het is geen toeval dat overal op de wereld de witte jas door artsen (en door vrijwel niemand anders) gedragen wordt. Op een aantal plaatsen in de wereld (o.a. de VS) vinden zelfs witte jassen ceremonies plaats, wanneer geneeskundestudenten aan hun co-schappen beginnen en ze zichtbaar deel worden van de artsenclub. Club is eigenlijk niet het juiste woord. Er is eigenlijk sprake van een stam of 'tribe'.
Met zijn of haar witte jas, trekt de arts een symbool van professionaliteit, deskundigheid en status aan. Wat eigenlijk gewoon werkkleding zou moeten zijn, heeft zich tot een belangrijk deel van de identiteit ontwikkeld. De mens met al zijn eigenaardigheden en talenten, wordt iemand anders. Het is het uniform van de ziekenhuisarts en vooral van de Medisch Specialist!! (dit dient met hoofdletters en uitroeptekens uitgesproken te worden). Studenten die na de basisopleiding voor de huisartsenopleiding kiezen, nemen vervolgens weer afscheid van dit symbool. Zij worden dan ook geen EXPERT!!, maar zijn breed georiënteerd. Vaak zijn huisartsen ook minder arrogant en meer zelfkritisch dan medisch specialisten.
In mijn ervaring moeten de witte jassen ook uitgetrokken worden om artsen 'teachable' of 'coachable' te maken. Artsen die ik in het verleden getraind of gecoacht heb, gaven ook letterlijk aan, dat ze met hun witte jas hun zekerheid uittrekken.
Daarmee komen we bij het volgende thema: de witte jas als harnas:
Omdat artsen bovenmenselijke wezens geacht worden te zijn, mogen ze geen fouten maken, geen emoties tonen en geen onzekerheid laten zien. De witte jas en de daarbij behorende professionele attitude dient als harnas. Maakt artsen onaantastbaar en beschermd tegen (zelf)kritiek. Wanneer je EXPERT!!! bent weet je het immers altijd beter.
Maar er is nog een ander aspect. Zoals gezegd, moeten artsen de mythe van de bovenmenselijk arts in stand houden om erbij te horen. En erbij horen is belangrijk om te overleven. Maar ze moeten dus ook voortdurend de schijn ophouden dat ze iets anders zijn dan ze zijn en dat alle collega's dat ook zijn. Dus leven ze naast de werkelijkheid. Elke dag weer.
Aangezien een groot deel van de socialisatie onbewust verloopt, gaat het vaak volkomen automatisch en hebben ze niet eens veel keuze om het eventueel anders te doen.
Maar, zoals W. de Kanter in haar blog (klik hier) schrijft: artsen en geneeskundestudenten zijn net mensen. Dit is een uitdrukking die ik ook vaak gebruik om de tragiek van deze situatie te omschrijven. Want door zichzelf en elkaar gevangen te houden in de mythe van de arts als bovenmenselijk wezen, veroorzaken ze ongewild veel ongeluk.
Voor zichzelf en elkaar, voor de mensen met wie ze werken en voor patiënten en hun naasten.
In die zin kan de witte jas ook als een dwangbuis gezien worden. Niet alleen dwingt het artsen en geneeskundestudenten om allerlei menselijke zwakten te negeren of zelfs te ontkennen.
Het dwingt ze ook om bepaalde menselijke kwaliteiten, zoals empathie en betrokkenheid aan zichzelf en hun patiënten te ontzeggen.
Volgende week over de steeds groter worden mismatch tussen het officiële en het verborgen curriculum en waarom artsen aan vertrouwen verliezen bij hun patiënten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten